Vandaag nemen we afscheid van Otto, een dierbaar mens die veel levens heeft geraakt, waaronder zeker ook de onze. Otto was voor velen meer dan alleen een vriend – hij was een bron van warmte en onvoorwaardelijke steun. Wat begon als een bijzondere ontmoeting, toen Thea, toen al een goede vriendin van Janet en mij, opeens een scharrel had, een nieuwe liefde, Otto. Dit groeide voor ons al snel uit tot een van de meest waardevolle vriendschappen die we konden koesteren.
Met zijn unieke Otto-humor en zijn oprechte, warme persoonlijkheid wist hij zelfs op de zwaarste momenten een glimlach te toveren op de gezichten van de mensen om hem heen. Hij werd dan ook treffend omschreven als: ‘Een grote knuffelbeer, je moet hem alleen niet kwaad maken.”
Onze herinneringen aan Otto zijn een aaneenschakeling van momenten vol gezelligheid: de spontane BBQ’en, weekendjes weg, etentjes, verjaardagen en van die zomaar ontmoetingen waarbij zijn aanwezigheid de kamer altijd vulde met warmte en plezier. Tijdens een van deze weekendjes weg met vrienden ontstond ook zijn iconische uitspraak: “Ik zal je in de Muze gooien” – een zin die inmiddels bijna legendarisch is en die ons telkens weer doet glimlachen en ons laat herinneren aan de mooie weekendjes. Of de keer dat hij tijdens een etentje bij de Wok door Mitchell per ongeluk een paar biertjes over zich heen kreeg – niet in zijn glas, maar in zijn nek! Otto kon er na de eerste schrik wel de humor van inzien en lachte er hartelijk om. Nu we de Wok toch aangehaald hebben, ook het eten bij de Wok van slakken was iets waar Otto wel raad mee wist. Hoewel ze bekendstaan om hun traagheid, waren ze bij hem zo verdwenen.Maar Otto was veel meer dan alleen een bron van gezelligheid.
Het werken als vrachtwagenchauffeur was zijn ware roeping, en wanneer hij begon te vertellen over zijn vak, kwam hij helemaal tot leven. Zijn ogen begonnen te glinsteren, en een brede glimlach verscheen op zijn gezicht. Zijn passie werkte aanstekelijk. Iedereen die naar hem luisterde, voelde diezelfde drang om vrijheid en avontuur te proeven. Otto sprak met zo’n warmte en enthousiasme dat je zijn liefde voor het vak haast kon voelen. Het was niet zomaar werk voor hem; het was een levensstijl die hij koesterde en met plezier deelde met iedereen die het wilde horen.
Otto stond bij ons bekend om zijn enorme hart en zijn onvoorwaardelijke inzet voor anderen. Zijn spontaniteit en de oprechte passie waarmee hij zich inzette voor de mensen om hem heen, maakten hem tot een rots waarop iedereen kon leunen. Niet alleen binnen onze eigen kring, maar ook in de bredere vriendengroep was hij de persoon bij wie je altijd terecht kon. Otto was er altijd, gedreven door de passie om voor anderen klaar te staan – zonder voorwaarden en met een warmte die hij vanzelfsprekend vond.
Otto gaf zichzelf altijd volledig. Zijn levensmotto leek simpel: geniet van de kleine dingen, en geef waar je kunt. Hij gaf ons zoveel vreugde en vriendschap, dingen die we nu koesteren als een kostbaar geschenk. Met een luisterend oor en wijze raad stond hij altijd klaar om iedereen te helpen. We zullen Otto dan ook herinneren als een bron van kracht en liefde, iemand die zijn eigen licht scheen en dat gul deelde met iedereen om hem heen.
Hoewel hij nu niet meer bij ons is, leeft zijn geest voort in onze herinneringen en in de levens die hij heeft geraakt. Zijn nalatenschap blijft bestaan in de mooie momenten die we samen deelden en in de vreugde die hij ons bracht.
Otto. Bedankt voor alles wat je ons hebt gegeven. Je blijft voor altijd, hierbij ook sprekend namens onze vriendengroep en verdere aanhang, in ons hart. We zullen je niet vergeten. Goede reis, vriend.