Er zijn van die momenten in het leven waarop je denkt: “Dit kan niet waar zijn.”
Je zit in een vergadering, je kijkt om je heen en iedereen knikt instemmend terwijl je hersenen overuren draaien om de onvermijdelijke ramp die zich voor je ogen afspeelt, te ontwarren. “Zie ik dit nu goed?” vraag je je af. Ja, je ziet het goed. Je ziet de Titanic op volle snelheid afvaren op de ijsberg, en iedereen in het team zit te overleggen over welke kleur de reddingsboeien moeten krijgen.
Je wilt schreeuwen: “Het gaat fout! We zitten in de problemen! Stop met praten over die kleurcodes en kijk naar de horizon!”
Maar natuurlijk doe je dat niet. Want dat hoort niet, en bovendien is het niet erg tactisch om in een ruimte vol collega’s een alarmsignaal te slaan terwijl zij net tot consensus zijn gekomen over de PowerPoint templates. In plaats daarvan probeer je jezelf gerust te stellen: “Misschien ben ik gewoon te negatief. Misschien zien zij iets dat ik niet zie.” Maar dan hoor je iemand enthousiast zeggen: “We moeten meer gestructureerd werken,” en je beseft dat je gelijk hebt: er staat ons een ramp te wachten.
Hoe kom je in vredesnaam in zo’n situatie terecht? Nou, het begint altijd met een goed idee. Iemand heeft een briljant plan. “Laten we de hele organisatie ‘herstructureren’ en werken volgens een ‘nieuwe visie’. Dat zal de boel zeker verbeteren!” En jij, als de nuchtere, realistische werknemer, probeert te vragen: “Maar wat gebeurt er met het budget? En de mensen die al jaren volgens een ander systeem werken?” Die vragen worden uiteraard vakkundig genegeerd. Het woord “herstructureren” heeft namelijk een magische kracht: het creëert een luchtbel waar binnen de gewone wetten van logica en oorzaak-gevolg niet meer gelden.
Dan begint het echte werk. Je moet natuurlijk het hele personeel “meenemen in de nieuwe visie”. Dit betekent eindeloze presentaties vol met vage termen als “synergie”, “stroomlijnen”, en, mijn persoonlijke favoriet, “proactieve communicatie”. Niemand begrijpt eigenlijk wat dat allemaal betekent, maar iedereen knikt toch, want dat is wat je doet tijdens zulke vergaderingen. Je hebt geen idee of dit tot iets concreets zal leiden, maar er wordt enthousiast gesproken over het “boosten van de KPI’s”.
En nu zit je in die vergadering, de plek waar alles samenkomt. Dit is het moment waarop de eerste breuklijnen zichtbaar worden. Je ziet managers optimistisch presenteren hoe alles binnen drie maanden operationeel zal zijn, en je weet diep van binnen: “Dit wordt niks.” Het nieuwe systeem is veel te ingewikkeld, er is geen rekening gehouden met de werkdruk van het personeel, en oh ja, het budget is niet eens toereikend om de basis op orde te krijgen.
En toch, hier zitten we, terwijl iemand met een laserpointer enthousiast naar een grafiek wijst. “Zien jullie die stijgende lijn? Dat is waar we naartoe gaan!”
Op dat punt vraag je jezelf af: “Hoe ga ik hiermee om? Hoe word ik oké met deze situatie terwijl ik het naderende onheil al kan zien?” Nou, de eerste stap is accepteren dat je soms gewoon een bijrol hebt in een tragikomedie En sta je machteloos toe te kijken terwijl de gebeurtenissen zich voltrekken.
Het helpt om jezelf voor te stellen als een toeschouwer in een absurd toneelstuk. Zo wordt de situatie tenminste vermakelijk. Je kunt gaan zitten en genieten van het spektakel, wetende dat jouw waarschuwende stem geen gehoor zal vinden.
Daarnaast ontwikkel je een soort zen-houding. Je leert je focus te verleggen. Laat ze maar lekker in hun cirkeltjes draaien, denk je. Jij doet je werk zo goed als je kunt, en wanneer de puinhopen uiteindelijk zichtbaar worden, kun je altijd zeggen: “Ik had het nog zo gezegd.” Dat moment van stille triomf, wanneer alles in duigen valt en jij gelijk blijkt te hebben, is misschien wel de grootste beloning die je kunt krijgen.
Het mooiste aan dit alles? Als je geluk hebt, komt er binnen zes maanden weer een nieuwe herstructurering aan, en begint het hele circus opnieuw. Want als er iets is waar managementteams goed in zijn, dan is het wel het bedenken van oplossingen voor problemen die ze zelf hebben gecreëerd. En jij? Jij zit rustig aan de zijlijn, glimlachend, met je koffie in de hand.